Begroting

Hieronder vind je een voorbeeld van een begroting, zodat je een idee hebt waar je allemaal aan moet denken en je uit kan zoeken wat alles ongeveer gaat kosten. Veel B3-scholen vragen rond de 5.000 euro per kind per jaar, maar er zijn ook B3-scholen die rond de 25.000 euro per kind per jaar vragen.

Toelichting

1. Schoolgeld; Dit is het bedrag dat voor elke leerling betaald wordt.

2. Donaties; Je kan eenmalige donaties ontvangen of op zoek gaan naar structurele donateurs. Sommige rechtsvormen (met ANBI-status) kunnen belastingvoordeel voor de donateur betekenen.

3. Overige inkomsten; Denk bijvoorbeeld aan de verhuur van je locatie op momenten dat je er geen gebruik van maakt (mits toegestaan in je huurcontract).

4. Huur locatie; Dit is sterk afhankelijk van de plek waar je woont. Gebruikelijk is dat je een borg van ongeveer 3 maanden moet betalen bij aanvang huur. Dit bedrag krijgt je terug als je de locatie in goede staat weer oplevert als je de huur opzegt.

5. Meubilair; Soms kan je gratis meubilair krijgen, maar het kan ook zijn dat je (een deel van) je meubilair moet kopen. Ook gaan er dingen katpot die vervangen moeten worden.
6. Onderhoud & schoonmaak(spullen; Misschien wil je een muur verven of een deurkruk maken etc. Je kan ervoor kiezen om een schoonmaker in te huren. Doe je dit niet dan zal je kosten hebben voor de schoonmaakproducten die je nodig hebt.

7. Leerkrachten; Als B3-school hoef je je niet aan de CAO te houden. Bij een voltijds gemiddelde salaris van een leerkracht volgens de CAO incl. superbruto moet je denken aan 5.000 EUR/maand. Als B3-school kan je zelf met de leerkracht een salaris afspreken wat lager of hoger kan liggen dan 5.000 euro. Bovendien kan je ervoor kiezen dat de school minder dan 5 dagen per week open is of bijvoorbeeld kortere dagen.De school moet volgens de inspectie tenminste 3 dagen open zijn.

8. Vrijwilligers en bedankjes; Je kan vrijwilligers een vergoeding betalen. Als je school een ANBI-status heeft, zou de vrijwilliger van de vergoeding af kunnen zien en deze als "gift" aan de school doen toekomen en daarvoor belastingvoordeel kunnen krijgen. Hoe dit precies werkt, kan je vinden op de website van de Belastingdienst. Bij bedanktjes kan je denken aan cadeautjes voor de leerkrachten of vrijwilligers.
   
9. Studiekosten; In overleg met de leerkracht kan je besluiten of je wel of niet ruimte in je budget hebt om studiekosten te betalen.
10. Lesmateriaal & ICT; Deze kosten zijn afhankelijk van hoe je de school inricht. Denk aan: schriften, potloden, knutselspullen zijn, maar ook lesmethoden en/of computers en netwerken als je hiervoor kiest.
11. Boekhouder en boekhoudprogramma; Je moet een administratie bijhouden van bijvoorbeeld alle baten en lasten en belastingaangifte doen. De kosten zijn afhankelijk van hoeveel je zelf doet en hoeveel de boekhouder moet doen en natuurlijk van wie je als boekhouder kiest. Ook kan je kiezen voor een online boekhoudprogramma tegen maandelijkse kosten om je administratie overzichtelijk te houden.
12. Verzekeringen; Een verzekering is niet verplicht, maar wel aan te raden.  Je kan bijvoorbeeld kiezen voor een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering en/of een ongevallenverzekering voor de leerlingen.
13. Bank, internet & telefonie; Dit zijn doorlopende kosten.
14. Marketing incl. website; Voor de website moet je betalen voor hosting en vaak ook het programma waarmee je de website bouwt. Bouw je de website via je hosting bedrijf, dan betaal je vaak maandelijkse kosten daarvoor. Verder kan je nog andere kosten hebben voor het bekendmaken van je school in je buurt en/of gemeente.
15. Eten & drinken; Je kan ervoor kiezen dat de school voor eten en drinken zorgt of dat de kinderen zelf eten/drinken meenemen. Minimaal zal je kosten hebben voor koffie en thee.
16. Reserveringen; Je kan geld reserveren voor grote uitgaven die eraan komen, bijvoorbeeld als je een digibord of speeltoestel wil kopen.
17. Onvoorzien; Dit is een reserve voor kosten die plots opkomen of waar je niet aan gedacht had.